Overige oriëntatiethema's

Definitie doelgroep:

Een persoon met een lichamelijke of motorische handicap is iemand die door een probleem aan zijn lichaamsdelen gehinderd wordt in zijn handelingen en/of bewegingen. De handicap kan ontstaan doordat lichaamsdelen niet volgroeid of beschadigd zijn (fysieke afwijkingen) of doordat lichamelijke functies verstoord zijn (functionele afwijkingen).

Sociale kaart van groepering:

We hebben er voor gekozen om twee verschillende personen te vragen naar hun sociale kaart, omdat we graag deze doelgroep als individu willen benaderen. Hierdoor kunnen we ook vergelijken of er verschil is in de doelgroep. Bij cliënt A hebben we de sociale kaart afgenomen door de kijken naar het BPS+ model. Hij heeft een herseninfarct gehad, waar hij hedendaags nog last van heeft tijdens zijn bezigheden. Cliënt B hebben we op een ander manier benadert door onderscheid te maken tussen formele en informele contacten. Cliënt B heeft een hersenbloeding gehad, waardoor hij visueel beperkt is en bepaalde vaardigheden niet meer kan, zoals auto rijden.

Diversiteit binnen de groepering:

Als groep hebben we gemerkt dat onze groepering uit alle levensfases bestaat. Van jong tot oud zijn er mensen die te maken hebben met een lichamelijke beperking. We zijn ons hier bewust van geworden tijdens onze oriëntatie. Bij vooral jonge mensen is er bijna altijd sprake van aangeboren lichamelijke beperkingen. Naar mate de mens ouder wordt komt er een mengelmoes van aangeboren en niet-aangeboren lichamelijke beperkingen. Bij een niet aangeboren beperking hebben we gezien, dat dit kan komen door al een klein ongelukje, zoals bij het zagen je vingers verliezen. Ook komen mensen met een lichamelijke beperking voor uit alle sociale klasse. Eén op de acht Nederlanders kampt met een lichamelijke beperking. Landelijk heeft 12,5% van de personen van 12 jaar en ouder één of meerdere lichamelijke beperkingen. Het hoogste percentage heeft Amsterdam (16,5%). Deze regio scoort, samen met Zuid-Limburg (14,7%) en Hart voor Brabant (14,3%), ook significant boven het landelijk gemiddelde(POLS zorgatlas,2008).


Beschrijving van de veelgehoorde beeldvorming van deze groepering:

Wij hebben deze periode ondervonden dat de mensen medelijden hebben met deze groepering. Dit komt omdat ze kijken naar de beperking en niet naar de persoon. Ze letten alleen op naar wat de persoon niet meer kan. Ook worden de mensen het liefst niet geconfronteerd met deze doelgroep, omdat deze mensen voor hun beeld het meest afwijken van de doorsnee mens. Dit word door het CBS bevestigd. Het maatschappelijk beeld wordt gevormd door angst en gebrek aan informatie. Om de volledige beeldvorming te lezen van het CBS klik dan hier.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten